verstilling

verstilling

Eerst verzet ik me. Zoals elk jaar. Donker. Koud. Het einde van het leven. Zo voelt het. De natuur keert naar binnen. En wat is daar dan. Niets. Stilte. Gedachten die ik niet wil hebben ketsen er uitvergroot op terug.

Dat ze met eten wat ik helemaal niet nodig heb niet weg gaan, weet ik heus wel. Maar ik probeer het toch. Het maakt de leegte oneindiger. En donkerder. En nog kouder.

En dan, op een ochtend dat ik vroeg buiten ben en mijn adem wolkjes maakt en rijp glinstert in het licht van de laagstaande zon, ga ik er dwars doorheen. Ik zie de schoonheid van de verstilling en ik geef me over.

Want wat is het eigenlijk prachtig buiten.

De leegte maakt plaats voor ruimte voor dat wat juist die verstilling nodig had om gehoord te worden en gedachten die ik wél wil hebben, koesteren wat diep van binnen wil ontstaan.

Vertrouwen groeit dat ik zal weten wat de zaadjes die daar zijn geplant nodig hebben om te ontkiemen. En dat ik ze dat dan zal geven. Ook als het spannend is om te doen.

Brandnetel kruist mijn pad en ik denk aan wat hij in de warmte van de zomer al tegen me zei en wat je straks ook in mijn boek zult kunnen lezen:

jouw zuivere ziel
ik zie
niets anders

In de verstilling is het alles wat er overblijft. Zonder de afleiding van het leven kun je niet meer om haar heen. Jouw zuivere ziel.

Ze heeft alle antwoorden en zegt soms dingen die je niet wilt horen. Omdat het verandering kan betekenen en moed vraagt. Om een nieuwe weg te gaan. Om los te laten.

Maar koester haar. Koester jouw zuiver ziel. Koester de zaadjes. Met rust en met stilte en voedende gedachten.

En dan is het leven helemaal niet voorbij. Het maakt zich alleen maar op voor een volgend groeiseizoen. Het verzamelt kracht. Zoals elk jaar.