figuur

figuur

Wijdbeens staat een figuur in de verte op het pad waarover ik loop. En ik voel mezelf letterlijk krimpen. Alleen en er niet op bedacht andere mensen tegen te komen, wandel ik door het bos.

Mijn energie is tot dat moment wijds en de liefde die ik dan kan voelen van het grotere geheel, onvoorwaardelijk. Alles is goed en ik ben goed. Helemaal.

Samen met de vogels ben ik en met de wind en het groen en soms met paarden en wollige zwarte runderen. Hier geen trams en gillende sirenes en reclameborden die je willen doen geloven dat dingen kopen de weg is naar geluk. En ook geen mensen.

Maar dan ineens wel. Een figuur dat ook nog eens een heleboel ruimte inneemt. Zo voelt het tenminste. Iemand voor wie ik plaats moeten maken. Want ruimte innemen, dat ben ik zelf niet geacht te doen. Ik moet me aanpassen. Krimpen en dienend zijn aan de ander, want ik ben minder waard.

Wat?! Meteen voel ik de waanzin van wat ik bij mezelf waarneem. Ik leg mijn handen op mijn buik, keer naar binnen en adem en ik kom weer terug bij de grote vanzelfsprekende kracht van wie ik ben.

Wanneer ik van daaruit opnieuw naar buiten treed, is de betekenis van de figuur veranderd van een monster dat mij de weg verspert en waarvoor ik moet buigen, naar alleen maar iemand die net zo goed daar op dat pad mag zijn als ik.

Mijn energie wordt weer wijder en terwijl ik doorloop en dichter bij de figuur kom, draait hij zich om en verdwijnt net zo plotseling als hij is verschenen.

Staan voor jezelf, je eigen waarde voelen, jezelf laten zien zoals je bent, het is niet een knop omzetten en dan kun je dat voor elke resterende dag van je leven, maar een doorlopende bereidheid om terug te keren, telkens weer, naar dat weten diep van binnen dat je het waard bent om hier te zijn.