herinneringen

herinneringen

Een opening. Zelf gemaakt omdat ze vond dat het tijd was en het licht was er zomaar doorheen gevallen. Op haar. Niet langer tegengehouden door haar overtuigingen heeft het zich verspreid zonder oordeel over hoe groot of hoe donker.

Het maakt ook niet meer uit. Alles mag nu worden gezien. Ze heeft immers niets meer te verbergen. Bij de kern was er niets meer waar ze zich voor schaamde en kon ze gaan houden van wie ze eigenlijk was.

Wat is er dan? Ze schudt haar haren los. Mag ik mezelf niet laten zien? Wil je me uit het licht halen? Doe het dan! Uitdagend zet ze haar handen in haar zij. Zo stond ze vroeger nooit. Kin omhoog. Niemand had het haar geleerd.

Maar ze wennen er maar aan. Of niet. Dat vindt ze ook best. De deur heeft ze ferm achter zich dicht gedaan. De sleutel is weg en zij ook. En ze komt niet meer terug.

Dat huis met al die herinneringen. Hij kon zo kijken, met die ogen, en dan deed ze alles wat hij vroeg. Voortaan als je oesters eet, zul je aan me denken, dat had hij gezegd. Maar ze dacht van niet.

Want ze gaat nieuwe maken. Nieuwe herinneringen. Zo veel dat al het oude wordt gewist. In een ander huis, ver van hier. Ze heeft een adres.

Door het raam ziet ze de trein. Hij heeft wagons met gordijntjes die ze straks dicht zal trekken en hij wacht op haar, want ze heeft een kaartje. Nog zeker wel een uur zal hij wachten.

Iemand zal haar dan vast helpen met haar grote bruine koffer. Straks, als haar tranen zijn opgedroogd. En ze zal instappen. En slapen tot het licht haar wordt gegund.

Ze roert in haar cappuccino. Het schuim is het lekkerst.